Sleutelvaardigheden

Vanuit het Werkconcept Critical Skilss werken we met 8 sleutelvaardigheden om leerlingen te laten groeien in vaardigheden die ze nodig hebben om te leren en te leven. 

Communicatieve vaardigheden

We leren om:

  • te praten met veel verschillende mensen
  • te luisteren naar andere mensen en ze te begrijpen en beantwoorden
  • te praten op een goede manier met onze vrienden in een groep
  • op veel manieren te laten zien wat je denkt zoals b.v. tekenen, dansen, muziek, doen alsof, ICT-middelen
  • te praten over de manier waarop we communiceren, zeggen wat daar goed aan is en wat het nog beter kan maken

Onderzoeksvaardigheden

We leren om:

  • te onderzoeken en te ontdekken door onze zintuigen te gebruiken
  • vragen te stellen over waarom dingen gebeuren en over hoe ze werken
  • verschillende materialen of voorwerpen te onderzoeken, om te zien of onze ideeën erover kloppen
  • informatie te verzamelen over verschillende dingen en op verschillende manieren zoals b.v. met lijsten en grafieken, ICT-middelen
  • op verschillende  manieren ontdekken  hoe, waarom, wat, wanneer, waar en hoeveel
  • te praten over wat we ontdekt hebben
  • iemand te vertellen  waarom we denken dat we gelijk hebben, waarom de gegevens kloppen van ons onderzoek
  • na te denken over hoe we onze ideeën nog beter kunnen maken

Oplossingsgerichte vaardigheden

We leren om:

  • te praten over waarom dingen gebeuren
  • te praten over een probleem en hoe we het op kunnen lossen
  • onze voorkennis te gebruiken om een probleem op te lossen
  • veel vragen te stellen
  • te plannen hoe we een probleem gaan oplossen en ons voor te stellen wat er zou kunnen gebeuren
  • andere ideeën proberen als ons eerste idee/plan niet werkt
  • anderen laten zien hoe we een probleem gaan oplossen of opgelost  hebben  m.b.v. foto’s, modellen,  ICT-hulpmiddelen  of woorden
  • dat we ook iets leren als we het probleem niet opgelost hebben

Informatieverwerkingsvaardigheden

We leren om:

  • onze eigen ervaringen te gebruiken om vragen te beantwoorden
  • informatie te vinden en ontdekken waar dat kan
  • verschillende ICT-gereedschappen en informatiebronnen te gebruiken
  • een index of inhoudsopgave of ict-middelen te gebruiken om informatie te vinden
  • met hulp onze informatie te classificeren
  • met hulp onze informatie te ordenen
  • met hulp onze informatie te vergelijken
  • met hulp de verschillen in onze informatie te ontdekken
  • met een gegeven format onze informatie vast te leggen
  • met anderen praten over de informatie en hoe we die gevonden hebben

Sociale vaardigheden

We leren om:

  • te spelen en werken met andere mensen, op je beurt wachten en delen
  • soms de leiding te nemen of om soms te doen wat een ander ons opdraagt
  • te zeggen of iets eerlijk of oneerlijk is in een groep
  • te herkennen en voorspellen hoe andere mensen zich voelen in een groep
  • te begrijpen dat we op een bepaalde manier denken en ons gedragen en vervolgens te stoppen, denken en dan pas doen
  • te zien wanneer er een probleem is en hoe we dat als groep kunnen oplossen
  • te begrijpen dat we het niet altijd eens zijn met wat een ander zegt
  • structuur aan te brengen in onze manier van werken
  • actief deel te nemen aan het leerproces
  • zelfstandig te werken en leren

Leer- en reflectie vaardigheden

We leren om:

  • te begrijpen hoe we ons leerproces kunnen verbeteren door erover na te denken en te praten over wat we nodig hebben om de volgende stap in ons leerproces te zetten
  • te praten over hoe we ons leerproces zo effectief mogelijk kunnen maken
  • te begrijpen waarom we nieuwe dingen leren
  • te praten over wat ons helpt en welke moeilijkheden we in ons leren tegenkomen en op welke manier we graag leren
  • te praten over dingen die we nu wel kunnen en eerst niet
  • te praten over wat we lezen, horen en doen en wat we daarvan vinden
  • ons werk te beoordelen als we weten hoe we het zo goed mogelijk  kunnen  doen, b.v. met `denk aan’ en `succes criteria’
  • te begrijpen dat we ons goed voelen als we doorzettingsvermogen tonen
  • te begrijpen dat we veel kunnen leren van onze fouten

Creatieve denkvaardigheden

We leren om:

  • onze fantasie te gebruiken om nieuwe ideeën te bedenken
  • verbindingen te leggen door te spelen, opmerkzaam te zijn en te experimenteren
  • te ontdekken door het verkennen van materialen, bronnen en ideeën
  • ongewone vragen te stellen zoals `wat als’ en `zou het kunnen dat’
  • te praten over verschillende manieren om iets te doen
  • onszelf verder te helpen als we denken dat we vastgelopen zijn
  • iedereen te verrassen met onze ideeën
  • te praten over onze ideeën door na te denken over wat goed ging en wat we geleerd hebben toen het minder goed ging

Kritische denkvaardigheden

We leren om:

  • te praten over (of te communiceren) wat we besloten hebben te doen, omdat we het zo ervaren hebben
  • te voorspellen wat er kan gebeuren, omdat we al over veel voorkennis beschikken
  • woorden als `daarom’, `zou kunnen’, `zelfs’, `misschien’  en `stel je voor’ te gebruiken
  • argumenten te gebruiken om uit te leggen wat we gedaan hebben en waarom
  • te zeggen wat er eerst gebeurt en wat daarop volgt
  • te praten over of er overeenkomsten  of verschillen tussen dingen zijn
  • het eens of oneens te zijn met een idee of argument
  • te begrijpen dat we soms niet zeker weten of we gelijk hebben
  • beslissingen te maken gebaseerd op wat we hebben ontdekt en wat we denken